035 - 260 74 74 info@rens-en-rens.nl

B.R.A.V.O.K.

Bij je examen AVD vraagt de examinator je een aantal technische vragen over je lesmotor. Om deze technische controlepunten makkelijk te onthouden is er een ezelsbruggetje bedacht: BRAVOK. Iedere letter staat voor een of meerdere punten die je voor aanvang van je motorrit dient te controleren.

Wat betekent BRAVOK?

Bij het woord BRAVOK betekenen de letters het volgende:
B: Banden, Brandstof
R: Remmen
A: Accu
V: Verlichting, Vering
O: Olie
K: Ketting, Koeling

Het lijkt een hele lijst, maar alles is in enkele minuten te controleren.

BRAVOK B – Banden
Controlepunten:

  • De banden moeten voldoende op spanning zijn. Hoeveel dit is verschilt per motor en kan je vinden in het instructieboekje van je motor.
  • Gelijke slijtage over het gehele loopvlak.
  • Er moet een ventieldop aanwezig zijn om het ventiel te beschermen tegen vuil, vocht en roest.
  • Er dient voldoende profiel op de band te zitten. Wettelijk is 1 mm toegestaan, maar in de praktijk kan dit voor zeer gevaarlijke situaties zorgen. Zorg dus altijd voor minimaal 2 mm profiel op je motorbanden.
  • De banden mogen niet uitgedroogd zijn. Te droge banden zijn te herkennen aan scheurtjes.
  • Geen steentjes of glas, deze verwijderen. Spijkers en schroeven laten zitten en door de garage laten verwijderen. Met andere woorden, geen grove beschadigingen aan de band.

 

BRAVOK B – Brandstof
Controlepunten:

  • Brandstofniveau voor en tijdens de rit goed in de gaten houden.
  • De Honda CBF500 heeft geen brandstofkraan (dus ook geen reservestand). Als het waarschuwingslampje voor de brandstof gaat branden zit er nog ongeveer 3,5 liter brandstof in de tank. De totale tank inhoud is 19 liter.

 

BRAVOK R – Remmen
Controlepunten:

  • Beide remmen werken hydraulisch, dat wil zeggen door middel van remvloeistof. Vloeistofniveau ’s controleren van de voorrem en de achterrem. Er mag een luchtbel zichtbaar zijn boven de vloeistof, echter niet onder het minimumniveau want dan ontstaat het risico dat er lucht in de leidingen komt. Daling van het niveau kan het gevolg van slijtage van de remblokken zijn, of door lekkage van de leidingen. Om lekkage aan de leidingen te voorkomen is het belangrijk dat de leiding zo bevestigd is dat waar deze de motor kan raken de leiding voorzien is van een extra mantel. Bij lekkage verliest de motor zijn remmende werking doordat geen remdruk kan worden opgebouwd.
  • Remschijven visueel controleren op gelijkmatige slijtage.
  • De remblokken moeten ook visueel gecontroleerd worden op slijtage.
  • Controle punten van de ABS: Lampje op het dashboard brandt bij starten en dient uit te gaan wanneer er ongeveer 10 km per uur gereden wordt.

BRAVOK A – Accu
Controlepunten:

  • De accu moet deugdelijk bevestigd zijn.
  • Vloeistof niveau controleren (bij de CBF500 niet van toepassing omdat deze een onderhoudsvrije accu heeft) en indien nodig aanvullen met gedestilleerd water.
  • Controleren of de accupolen niet geoxideerd zijn (bloemkool vorming). Oxidatie kan voorkomen worden door de polen van de accu in te vetten met zuurvrije vaseline.

 

BRAVOK V – Vering
Controlepunten:

  • De voor- en achtervering mag geen lekkage vertonen. Dit is duidelijk te herkennen bij de oliekeringen aan de voorvork, daar zal bij lekkage olie uit de voorvork komen.
  • De voor- en achtervering dient schoon te zijn. Vuil op de voorvork (bijvoorbeeld dode insecten) kan schade veroorzaken.
  • De Honda CBF500 is uitgerust met een enkel instelbare achter-schokbreker. Deze demper is gevuld met gas. De achtervering mag enkel minimale roestvorming vertonen. Is er veel roest, dan kun je eventuele scheurtjes namelijk niet meer zien.
  • Rijd je met een duopassagier of bagage dan kun je de vering wat stugger afstellen. Dit is beter voor de stabiliteit. Wat de afstelmogelijkheden zijn kun je vinden in het instructieboekje van je motor.

 

BRAVOK V – Verlichting
Controlepunten:

  • Dim- en grootlicht, richtingaanwijzers, remlicht, seinlicht, claxon en controlelampjes worden gecontroleerd. De verlichting moet heel en schoon zijn. Op je examen AVD controleer je de verlichting met de examinator erbij.
  • Het remlicht heeft aparte schakelaars voor de voorrem en voor de achterrem. Bij de controle van de verlichting dien je deze dus ook apart van elkaar te bedienen.

 

BRAVOK O – Olie
Controlepunten:

  • De motorolie moet op niveau zijn.
  • Lees in het instructieboekje van de motor hoe je het oliepeil moet controleren. Meestal is het oliepeil te controleren via een kijkglas, maar sommige motoren hebben een peilstok, zo ook onze CBF 500 motoren. Tevens staat in het instructieboekje of de motor koud of warm gepeild moet worden.
  • Let er bij het peilen op dat de motor rechtop staat.
  • Hoeveel en welke olie er bijgevuld moet worden staat ook in het instructieboekje. Voor wat betreft de hoeveelheid is het over het algemeen zo dat het verschil tussen minimum en maximum een 0,5 liter is.
  • Versnellingsbakolie en cardanolie is meestal niet zo makkelijk te pijlen. Laat dit over aan de garage. Let wel op sporen van lekkage.

 

BRAVOK K – Ketting
Controlepunten:

  • Lees in het instructieboekje wat de speling van de ketting moet zijn en op welke wijze deze speling gemeten moet worden.
  • Over het algemeen moet de speling 2 a 3 cm zijn. Te meten aan de onderkant in het midden tussen het voor- en achter tandwiel. De tandwielen zijn versleten als ze scherp zijn geworden. Dan dienen het voortandwiel, het achter tandwiel en de ketting tegelijkertijd vervangen te worden.
  • Voor een langere levensduur van de ketting is het verstandig om deze regelmatig (elke 500 km) te smeren. Het beste kun je dit doen na een rit, wanneer de ketting nog warm is.
  • Rijd je in de regen of langere ritten dan zal je nog vaker de ketting moeten smeren.

 

BRAVOK K – Koeling
Controlepunten:

  • Controleer het niveau van de koelvloeistof. Lees in het instructieboekje waar je de koelvloeistof moet bijvullen. Controleer dit bij een koude motor alleen dan is het juiste peil af te lezen (vloeistof zet uit als het warm wordt).
  • LET OP! Nooit het koelvloeistof bijvullen bij een warme motor. Risico op verbranding!
  • Om een goede werking van de radiator te waarborgen moet deze regelmatig schoongemaakt worden. Let erop dat de radiator wordt schoongemaakt wanneer deze volledig is afgekoeld. Het schoonmaken dient via de achterzijde te gebeuren. Op deze manier kan het vuil wat in de radiator gekomen is er uit. Dit dient met zacht stromend water of perslucht te gebeuren. Daarbij voorzichtig in de richting van de lamellen borstelen.

Er worden ook wel eens algemene vragen gesteld.

  • Hoe kan je zien dat je het grote licht aan hebt staan? Dan brandt er een blauw lampje op het dashboard.
  • Wat doe je als het olielampje gaat branden? Je zorgt dat je veilig aan de kant komt. Dit doe je meteen. Nooit door blijven rijden! Knijp ook altijd je koppeling in om te voorkomen dat de motor vast slaat.